Op een Citrix Server wilde we een aanpassing doorvoeren op RD Session Host, echter kregen we onderstaande foutmelding:
De foutmelding lag aan de WMI repository, welke corrupt was:
Ook het opvragen van de services via Powershell lukte niet:
Services herstarten leverde geen oplossing.
Oplossing:
We hadden geen backup van de repository (locatie %windir%\System32\wbem\repository) die we terug konden zetten, dus onderstaand commando uitgevoerd:
Winmgmt /salvagerepository %windir%\System32\wbem
In de system32\WBEM\ wordt de oude repository dir. Hernoemd en een nieuwe wordt aangemaakt!
Commando WINMGMT
C:\sydi>winmgmt /?
WMI (Windows Management Instrumentation)
Syntaxis: winmgmt [/backup <bestandsnaam>] [/restore <bestandsnaam> <vlag>]
[/resyncperf] [/standalonehost [<niveau>]] [/sharedhost]
[/verifyrepository [<pad>]] [/salvagerepository]
[/resetrepository]
[/resyncperf] [/standalonehost [<niveau>]] [/sharedhost]
[/verifyrepository [<pad>]] [/salvagerepository]
[/resetrepository]
/backup <bestandsnaam>
Hiermee wordt een back-up van de opslag met de opgegeven bestands-
naam gemaakt. De optie 'bestandsnaam' moet het volledige pad naar
de bestandslocatie bevatten. Dit proces vereist een schrijf-
vergrendeling op de opslag, zodat de schrijfbewerkingen naar de
opslag worden onderbroken totdat het back-upproces is voltooid.
Hiermee wordt een back-up van de opslag met de opgegeven bestands-
naam gemaakt. De optie 'bestandsnaam' moet het volledige pad naar
de bestandslocatie bevatten. Dit proces vereist een schrijf-
vergrendeling op de opslag, zodat de schrijfbewerkingen naar de
opslag worden onderbroken totdat het back-upproces is voltooid.
/restore <bestandsnaam> <vlag>
De WMI-opslag handmatig uit het opgegeven back-upbestand
terugzetten. De optie 'bestandsnaam' moet het volledige
pad naar de locatie met het back-upbestand bevatten. Om het
terugzetten te kunnen uitvoeren, wordt de bestaande opslag
opgeslagen, zodat deze kan worden hersteld als de bewerking
mislukt. Vervolgens wordt de opslag uit het back-upbestand uit de
optie 'bestandsnaam' teruggezet. Als er geen exclusieve toegang
tot de opslag is, wordt de verbinding tussen bestaande clients
en WMI verbroken. De optie 'vlag' moet 1 (verbinding met
gebruikers - geforceerd verbreken en vervolgens terugzetten) of
0 (standaard - terugzetten als geen gebruikers zijn verbonden)
zijn, en dit bepaalt de modus voor terugzetten.
De WMI-opslag handmatig uit het opgegeven back-upbestand
terugzetten. De optie 'bestandsnaam' moet het volledige
pad naar de locatie met het back-upbestand bevatten. Om het
terugzetten te kunnen uitvoeren, wordt de bestaande opslag
opgeslagen, zodat deze kan worden hersteld als de bewerking
mislukt. Vervolgens wordt de opslag uit het back-upbestand uit de
optie 'bestandsnaam' teruggezet. Als er geen exclusieve toegang
tot de opslag is, wordt de verbinding tussen bestaande clients
en WMI verbroken. De optie 'vlag' moet 1 (verbinding met
gebruikers - geforceerd verbreken en vervolgens terugzetten) of
0 (standaard - terugzetten als geen gebruikers zijn verbonden)
zijn, en dit bepaalt de modus voor terugzetten.
/resyncperf De prestatie-DLL-bestanden van het systeem bij WMI
registreren.
registreren.
/standalonehost [<niveau>]
De Winmgmt-service naar een alleenstaand Svchost-proces verplaatsen
dat een vast DCOM-eindpunt heeft. Het standaardeindpunt is
'ncacn_ip_tcp.0.24158'. Maar het eindpunt kan worden gewijzigd
door Dcomcnfg.exe uit te voeren. De optie 'niveau' is het
verificatieniveau voor het Svchost-proces. Als niveau niet wordt
opgegeven, is de standaardwaarde 4 (RPC_C_AUTHN_LEVEL_PKT).
De Winmgmt-service naar een alleenstaand Svchost-proces verplaatsen
dat een vast DCOM-eindpunt heeft. Het standaardeindpunt is
'ncacn_ip_tcp.0.24158'. Maar het eindpunt kan worden gewijzigd
door Dcomcnfg.exe uit te voeren. De optie 'niveau' is het
verificatieniveau voor het Svchost-proces. Als niveau niet wordt
opgegeven, is de standaardwaarde 4 (RPC_C_AUTHN_LEVEL_PKT).
/sharedhost De Winmgmt-service naar het gedeelde Scvhost-proces
verplaatsen.
verplaatsen.
/verifyrepository [<pad>]
Een consistentiecontrole op de WMI-opslag uitvoeren. Als u de
schakeloptie /verifyrepository zonder optie <pad> opgeeft, wordt
de actieve opslag die momenteel door WMI wordt gebruikt,
gecontroleerd. Als u <pad> opgeeft, kunt u elke opgeslagen kopie
van de opslag controleren. In dat geval dient <pad> het volledige
pad naar de opgeslagen kopie van de opslag bevatten. De opgeslagen
opslag dient een kopie van de volledige opslagmap te zijn.
Een consistentiecontrole op de WMI-opslag uitvoeren. Als u de
schakeloptie /verifyrepository zonder optie <pad> opgeeft, wordt
de actieve opslag die momenteel door WMI wordt gebruikt,
gecontroleerd. Als u <pad> opgeeft, kunt u elke opgeslagen kopie
van de opslag controleren. In dat geval dient <pad> het volledige
pad naar de opgeslagen kopie van de opslag bevatten. De opgeslagen
opslag dient een kopie van de volledige opslagmap te zijn.
/salvagerepository
Een consistentiecontrole op de WMI-opslag uitvoeren en de opslag
opnieuw samenstellen als een inconsistentie wordt gevonden. De
inhoud van de inconsistente opslag wordt samengevoegd met de
opnieuw samengestelde opslag, als deze kan worden gelezen. De
herstelbewerking wordt altijd uitgevoerd op de opslag die momenteel
door de WMI-service wordt gebruikt. MOF-bestanden die de instructie
#pragma autorecover preprocessor bevatten worden naar de opslag
teruggezet.
Een consistentiecontrole op de WMI-opslag uitvoeren en de opslag
opnieuw samenstellen als een inconsistentie wordt gevonden. De
inhoud van de inconsistente opslag wordt samengevoegd met de
opnieuw samengestelde opslag, als deze kan worden gelezen. De
herstelbewerking wordt altijd uitgevoerd op de opslag die momenteel
door de WMI-service wordt gebruikt. MOF-bestanden die de instructie
#pragma autorecover preprocessor bevatten worden naar de opslag
teruggezet.
/resetrepository
De opslag wordt teruggezet naar de toestand van net nadat het
besturingssysteem werd geïnstalleerd. MOF-bestanden die de
instructie #pragma autorecover preprocessor bevatten worden
naar de opslag teruggezet.
De opslag wordt teruggezet naar de toestand van net nadat het
besturingssysteem werd geïnstalleerd. MOF-bestanden die de
instructie #pragma autorecover preprocessor bevatten worden
naar de opslag teruggezet.